Door: Cindy Curré

Donderdag 10 september vond op het Kaj Munk College in Hoofddorp een nieuwe masterclass plaats over leiderschap. De bijeenkomst werd druk bezocht: meer dan vijftig schoolleiders luisterden geboeid naar het verhaal van prof. dr. Peter Sleegers, hoogleraar Onderwijskunde aan de Universiteit Twente en expert op het terrein van leiderschap, innovatie en beleid in het onderwijs.

De masterclass werd georganiseerd in samenwerking met Alle van Steenis, rector van het Kaj Munk College. In zijn welkomstwoord benadrukte hij dat het vak van schoolleider de afgelopen jaren complexer en veeleisender is geworden en dat schoolleiders continu moeten meebewegen met veranderende omstandigheden. Van Steenis noemde de begrippen relatie, autonomie en competentie als sleutel om die taken goed te kunnen vervullen: “Daarbij hoort dat schoolleiders verantwoording afleggen over de basiskwaliteiten en de professionele ontwikkeling die passen bij de beroepsgroep.” Hij had daarom onderwijskundige Peter Sleegers uitgenodigd om collega’s met deze masterclass te inspireren.

Ieder voor zich of samen?

Sleegers doet aan de Universiteit Twente onderzoek naar leidinggeven in het onderwijs en de invloed die dat heeft op teamvorming en de professionalisering van docenten. Hij begon met de vraag ‘Ieder voor zich of samen?’, waarmee hij doelde op hoe professionalisering van individuele schoolleiders zich verhoudt tot het sterker maken van de beroepsgroep als geheel.

In een enthousiaste presentatie met een hoge informatiedichtheid en stevige theoretische onderbouwing betoogde hij dat het hoog tijd is dat schoolleiders hun eigen professionalisering ter hand nemen, zeker gezien de vele aandacht voor professionalisering van docenten. En dat niet te lang getreuzeld moet worden bij de hordes die daarvoor genomen moeten worden. De kern van zijn boodschap met betrekking tot registratie was dan ook: “Heel zinvol, gewoon doen en niet te lang over discussiëren. Het is niets meer of minder dan een administratieve klus. Maar wel doen, anders ben je geen beroepsgroep.”

Emancipatie

Van Steenis toonde zich na de bijeenkomst gelukkig met het verloop van de namiddag: “De bezoekers waren echt geraakt volgens mij. Mensen spraken uit dat het tijd wordt dat we laten zien hoe trots we zijn op onze beroepsgroep. En niemand zei dat registervorming maar flauwekul is, dat was een paar jaar geleden wel anders.”Hij merkte tot zijn vreugde dat de bedoeling achter het registreren duidelijk werd onderschreven door de bezoekers: “Schoolleiders willen professionaliseren en willen ook verantwoording afleggen over hun werk. Het register is een middel daarvoor, dat realiseren we ons nu echt wel.”

Sleegers moedigde schoolleiders aan om op te staan en behalve aan hun eigen professionalisering ook te werken aan de belangen van de beroepsgroep als geheel: “Kijk over je eigen schaduw heen, zorg ervoor dat je zelf jouw beroep vormgeeft en invult. Wordt mobiel en zorg dat je aan tafel komt. En omarm elkaar, ook als je het niet over elk detail eens bent!”

Van Steenis beaamde dit, maar voegde toe dat deze nieuwe fase complex is: “Het is belangrijk dat er niet teveel druk komt vanuit het ministerie om het register in januari of in juni klaar te hebben. Er moet tijd zijn om de emancipatie op gang te brengen. We hebben nu het vertrouwen nodig dat we het zelf kunnen.