Eén op de vijf leraren in het voortgezet onderwijs heeft burn-out verschijnselen. Dat is ruimschoots meer dan professionals in andere sectoren, waar werkdruk niet hoger scoort dan vijftien procent. Dat er naast het lesgeven zo veel moét bijvoorbeeld; leraren hebben vaak het gevoel dat zij alleen nog bezig zijn met de waan van de dag. ‘Ik ben helemaal gesloopt als ik ’s avonds thuiskom,’ bekent een docent Engels die in het televisieprogramma aan het woord komt. Inmiddels worden er overal in het land sector-brede bijeenkomsten georganiseerd om te praten over maatregelen die de werkdruk moeten verminderen. Eén vraag zal daarbij centraal moeten staan: hoe zorgen we ervoor dat leraren weer de energie krijgen om te doen wat zij het allerliefst doen: geweldig onderwijs geven?
Eén op de vijf leraren in het voortgezet onderwijs heeft burn-out verschijnselen. Dat is ruimschoots meer dan professionals in andere sectoren, waar werkdruk niet hoger scoort dan vijftien procent. Als belangrijkste oorzaken van de hoge werkdruk in het onderwijs worden onder meer volle klassen en een te groot aantal lesuren per week genoemd, maar in het televisieprogramma Zembla, dat in januari 2016 de noodklok luidde, komen ook andere oorzaken naar voren. Dat er naast het lesgeven zo veel moét bijvoorbeeld; leraren hebben vaak het gevoel dat zij alleen nog bezig zijn met de waan van de dag. ‘Ik ben helemaal gesloopt als ik ’s avonds thuiskom,’ bekent een docent Engels die in het televisieprogramma aan het woord komt. Inmiddels worden er overal in het land sector-brede bijeenkomsten georganiseerd om te praten over maatregelen die de werkdruk moeten verminderen. Eén vraag zal daarbij centraal moeten staan: hoe zorgen we ervoor dat leraren weer de energie krijgen om te doen wat zij het allerliefst doen: geweldig onderwijs geven?
Het beantwoorden van die vraag vergt in ieder geval ook het nodige leeswerk. Het boek ‘Passie, energie, prestatie. De kracht van werken met bevlogenheid’ bijvoorbeeld, waarin Jessica van Wingerden en Bernadette van de Laak in heldere bewoordingen uitleggen hoe je bevlogen medewerkers krijgt door te zorgen voor de juiste balans tussen taakeisen en energiebronnen. Maar misschien is het nieuwste boek van Hans van der Loo en Patrick Davidson op dit moment wel de beste keus: ‘Waar haal je de energie vandaan? 5 geheimen om te schitteren’. Dat boek prikkelt alleen al door zijn titel.
Van der Loo en Davidson gaan in dit boek op zoek naar een antwoord op de vraag waar mensen hun brandstof vandaan halen om in beweging te komen en dagelijks te presteren. Daarbij richten zij zich met name op de emotionele, mentale en sociale kant van energie ofwel ‘de energie die in ons brein ontstaat’. De energie die uit jezelf komt dus. Ze werkt veel beter en langduriger dan energie die van buitenaf komt, kost niets en is altijd in overvloed beschikbaar.
Je moet natuurlijk wel weten hoe je die energie kunt laten stromen en dat blijkt verrassend simpel: weet wat je wil, en ga aan de slag. De auteurs doelen hiermee op de kracht van een sterke professionele identiteit, met name van het belangrijkste aspect hiervan: het spirituele zelf. Weten wat je wil, verwijst naar een persoonlijke professionele missie, een duidelijk antwoord op de vraag: wat wil je als onderwijsprofessional bijdragen aan de wereld? En al zeggen ze het dan niet met zoveel woorden, Van der Loo en Davidson bedoelen wel degelijk dat iemand die weet wat hem (of haar) drijft, zich minder snel laat afleiden door de waan van de dag. En dus niet onnodig energie kwijtraakt.
En die volle klassen, dat grote aantal lesuren, zal de kritische lezer zich afvragen: moet daar dan helemaal niets aan worden gedaan? Ik vermoed dat de auteurs het weinig zinvol zullen vinden hierop in te gaan. Het gaat hen om de vraag of je meer energie wílt. ‘Als je dingen echt wilt, gaat je energie stromen. Je straalt enthousiasme en plezier uit. Je focust meer op de dingen die belangrijk voor je zijn, je gedraagt je actiever en krijgt veel meer voor elkaar.’ En mocht u dit allemaal wel erg gemakkelijk klinken: Van der Loo en Davidson onderbouwen hun betoog met relevante inzichten uit de neurowetenschappen.
‘Waar haal je de energie vandaan?’ is een klein, praktisch en prettig leesbaar boekje dat in de zoektocht naar mogelijkheden om de werkdruk in het onderwijs te verminderen, een grote impact kan hebben. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor wat ik gemakshalve maar de ‘randzaken’ noem: de normjaartaak, de klassengrootte, het imago van het beroep. Maar werkdruk is uiteindelijk altijd een gevolg van onbalans tussen taakeisen en energiebronnen en je mag je afvragen of die balans duurzaam hersteld kan worden door enkel iets aan die taakeisen te doen. Die blijven immers voortdurend veranderen. Stimuleer leraren in ieder geval ook op zoek te gaan naar hun persoonlijke professionele drive; dat is de boodschap die Van der Loo en Davidson, zij het niet met diezelfde woorden, met hun boek willen overbrengen. Leer ze hoe zij hun mentale, emotionele en sociale energiebronnen kunnen vinden – het zijn er vijf: positiviteit, aandacht, ambitie, bevlogenheid en verbinding – én activeren. En ook daarvoor hebben de auteurs een verbluffend eenvoudig advies: gewoon beginnen. De snelweg naar meer energie is namelijk: doen! En voor de sceptici onder u: ook dit wordt met inzichten uit de neurowetenschappen verantwoord.
Bert Peene is opleider en schrijft daarnaast als journalist voor Managementboek Magazine.