Boek: Nudging. Makkelijke oplossingen voor moeilijke keuzes
Schrijvers: Denise de Ridder en Lars Tummers
Snelle en zuinige vuistregels om tijdsdruk en taakcomplexiteit het hoofd te kunnen bieden
Recensent: Bert Peene
Als mensen geen keuzemogelijkheden hebben, is het leven haast ondraaglijk. Maar heel veel keus hebben, is ook niet alles. Op den duur zien we dan door de bomen het bos niet meer en is kiezen geen bevrijding maar een last. Zo ongeveer zou je de kern kunnen samenvatten van Barry Schwarz’ boek ‘De paradox van keuzes’, dat medio 2004 verscheen. Verstandig kiezen is volgens Schwarz moeilijk omdat de meeste keuzen verschillende dimensies hebben en daarmee kan ons brein moeilijk omgaan. Schwarz toont zich echter geen zwartkijker. Hij reikt zijn lezers namelijk ook een stappenplan aan voor het nemen van verstandige keuzes.
Vijftien jaar later doen Denise de Ridder en Lars Tummer Schwarz’ verhaal nog eens dunnetjes over, zij het vanuit een heel ander perspectief. Ook hun doel is duidelijk: de lezer helpen makkelijke oplossingen voor moeilijke keuzes te maken. De oplettende lezer ziet echter meteen een belangrijk verschil: waar Schwarz het over ‘verstandige’ keuzes heeft, stellen De Ridder en Tummers zich op een pragmatischer standpunt: makkelijke oplossingen kiezen. Mogelijk moeten we dat verklaren vanuit de grote hoeveelheid inzichten die de hersenwetenschappen intussen hebben opgeleverd. Dat verandering vaak een gevecht tegen de eigen gewoontes is bijvoorbeeld, tegen de neiging om verlies uit de weg te gaan en tegen allerlei omgevingsfactoren die het huidige, ongewenste gedrag keurig op zijn plek houden. Je kunt je daarom afvragen of dat überhaupt mogelijk is: verstandige keuzes maken. Het zou te ver gaan hier een opsomming van alle relevante titels te geven, maar de boeken van Ria van Dinteren wil ik toch wel genoemd hebben, evenals ‘Ons feilbare denken op het werk’ van Chantal van der Leest (2018): over het nemen van ‘betere beslissingen’.
Maar goed, ‘Nudging’ dus. Nudges zijn ‘kleine duwtjes’ om gedrag te veranderen zonder opties te verbieden of de alternatieve keus heel moeilijk te maken. Als je bijvoorbeeld serieus werk wilt maken van je voornemen één keer per week te gaan sporten, helpt het als je dat samen met vrienden doet. Of als je meer rust in je agenda wilt, reserveer dan enkele weken vooruit tijdblokken in je agenda om ongestoord te kunnen werken. Je verandert dan de zogenaamde keuzearchitectuur: de omgeving waarin je keuzes maakt. Ook Ben Tiggelaar wijst in zijn boek ‘De Ladder’, dat een jaar voor ‘Nudging’ verscheen, op het belang van nudges, die hij ‘support’ noemt. Een van de tips die hij in dit verband geeft, is: zorg dat de directe omgeving het gewenste gedrag ‘makkelijk’ maakt.
De Ridder en Tummers willen met hun boek de lezer tools aanreiken om goede keuzes te stimuleren. Ze beginnen hun relaas met een uiteenzetting van de manier waarop wij doorgaans onze keuzes maken. Daarbij verwijzen ze naar het werk van de bekende psycholoog Daniel Kahneman, die twee denksystemen onderscheidt: systeem 1 en systeem 2, een voor ‘snel’ en een voor ‘langzaam’ denken. Nudges richten zich vooral op dat snelle denken, waarmee we volgens sommigen regelmatig de mist in zouden gaan. Over dat laatste wordt echter al jaren stevig gediscussieerd.
Het boek van De Ridder en Tummers is met name geschikt voor mensen die graag wat gedisciplineerder willen leven. Stoppen met roken, meer bewegen of een betere work-life balans; dat soort ambities krijg je gemakkelijker voor elkaar met nudges. Of je ze ook kunt of moet gebruiken om andere mensen tot ander gedrag te bewegen, daarover lopen de meningen nogal uiteen. Een nudge die perfect in een onderwijssetting past, is het stimuleren van een growth mindset bij leerlingen. Bijvoorbeeld door ze te leren dat ‘ik kan dit nóg niet’ effectiever is dan ‘ik kan dit niet’.
Een van de boeiendste hoofdstukken in het boek is dat over het gebruik van heuristieken. Een heuristiek is een vuistregel die mensen in staat stelt om complexe beslissingen te versimpelen zodat ze die met systeem 1-denken kunnen oplossen. De term werd in de jaren zeventig geïntroduceerd door de Amerikaanse psycholoog en socioloog Herbert Simon, die in 1978 de Nobelprijs voor economie ontving vanwege zijn onderzoek naar besluitvorming in organisaties. Daarin speelt het begrip bounded rationality een belangrijke rol. Volgens Simon is rationaliteit begrensd door omgevings-, sociale en cognitieve factoren. Hij zag die beperkingen in het verwerken van informatie in grote organisaties. Geen enkele persoon of afdeling beheerst alles; die organisaties worden gestuurd door slechts enkele vuistregels: heuristieken. Ook De Ridder en Tummers geven daar diverse voorbeelden van.
Simons concept van begrensde rationaliteit heeft in de loop der jaren veel navolging gekregen en neemt tegenwoordig in de organisatie- en veranderkunde een belangrijke plaats in. Maar wat is precies de betekenis ervan voor een schoolleider? Anders gezegd: waarom zou die het boek van De Ridder en Tummers moeten lezen? Simons concept en de uitwerking ervan maken duidelijk dat het menselijk handelen beïnvloed wordt door een complex samenspel van omgevings- en persoonsgebonden factoren. Professionals, bijvoorbeeld docenten, ervaren hierdoor een begrensde professionele handelingsruimte. Vooral in situaties waarin zij niet kunnen terugvallen op relevante procedures en protocollen, maken zij gebruik van snelle en zuinige vuistregels om tot handelen te komen. Een leerling die grensoverschrijdend gedrag vertoont verwijderen of niet, incidenten wel of niet officieel melden, ingrijpen bij verondersteld frauduleus handelen? Bovendien vragen allerlei ontwikkelingen steeds weer aanpassingen van hun handelingsstrategieën. Het kunnen beschikken over voldoende professionele ruimte is een voorwaarde om die te kunnen opbouwen tot een robuuste professionele identiteit. Die zorgt ervoor dat een professional steeds in staat is werk te leveren dat in een specifieke situatie ‘goed werk’ is. Voldoende professionele ruime bieden: dat is een van de lessen die schoolleiders aan het lezen van ‘Nudging’ kunnen overhouden.
Bert Peene is opleider en werkt daarnaast als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.
Gastrecensie door Kristin Renooij-Stroes
Hoogleraar psychologie Denise de Ridder en hoogleraar bestuurs- en organisatiewetenschap Lars Tummers nemen ons in een gemakkelijk leesbaar boek, mee in de wereld van keuzes en hoe deze te beïnvloeden zijn. In het boek worden zogenaamde ‘Nudges besproken. Dit zijn kleine zetjes in een gewenste richting, binnen een keuzeproces.
Je kunt bijvoorbeeld nudges inzetten door in je eigen huishouden ongezonde producten zoals koek en snoep op een minder zichtbare plek op te bergen. Om leerlingen of collega’s een gezonde keuze te laten maken in de schoolkantine, geven de schrijvers aan dat je gezonde producten op een prominente plek moet leggen, of bijvoorbeeld een groen label kunt geven. En daar houdt dan ook meteen het nut van het lezen van dit boek voor schoolleiders op.
Het is interessant om te lezen hoe het proces van het beïnvloeden van keuzes psychologisch werkt. Zo is met de nieuwe donorwet de standaard aangepast. Nu word je automatisch donor met de mogelijkheid om je weer uit te schrijven, in plaats van andersom. En als je een vliegticket boekt, is de co2-compensatie tegenwoordig ook automatisch aangeklikt, met de mogelijkheid om deze uit te klikken.
Het boek ‘Nudging’ loopt sowieso niet over van verschillende praktische voorbeelden en voor de schoolpraktijk al helemaal niet. Daarom helaas geen aanrader.
Rapportcijfer: 6
Recensent: Kristin Renooij-Stroes, Conrector op het Tabor College Werenfridus; Hoorn