Boek: Handboek Werkgeluk.
Een praktische toolbox voor leidinggevenden, hr-professionals & coaches
Redactie: Ad Bergsma, Onno Hamburger & Erwin Klappe
Levensgeluk is belangrijker dan werkgeluk
Recensent: Bert Peene
Werkgeluk is in veel organisaties een belangrijk thema geworden. Werkgeluk kan het verschil maken in een wereld waarin de kwaliteit van het werk sterk onder druk staat. Gelukkige mensen zijn productiever, creatiever, innovatiever en verzuimen minder. Ze dragen (dus) op een positieve manier bij aan het succes van de organisatie waar zij werken. Het werd dus hoog tijd voor een brede benadering van het thema werkgeluk.
Ooit was het alles ‘flow’ wat de klok sloeg, daarna ‘bevlogenheid’ en nu blijkt ‘werkgeluk’ het buzz word te zijn. De vraag is of dat een semantische kwestie is of gewoon een ander woord voor hetzelfde fenomeen. Goed beschouwd zie je dat alle concepten elkaar wel ergens overlappen. In die zin zou de aandacht voor werkgeluk afgedaan kunnen worden als oude wijn in nieuwe zakken. Toch is er een wezenlijk verschil. Flow en bevlogenheid zijn door experts bedachte concepten die aangeven hoe de optimale werkervaring eruitziet. Dat is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar werkgeluk is minder deskundologisch van aard. Centraal staat de ervaring van de werkende mens. Wat vindt hij of zij zelf belangrijk en wat voelt goed? Werkgeluk stelt het individu centraal, niet de theorie.
Dat is ook terug te zien in dit handboek. De samenstellers hebben 23 Nederlandse en Belgische topexperts bereid gevonden hun kennis en ervaring ‘op het grensvlak van de theorie en praktijk van werkgeluk’ met de lezer te delen. Dat leverde in totaal negentien bijdragen op, verdeeld over drie delen: ‘Gelukkig organiseren. Hoe stimuleer ik werkgeluk in mijn organisatie?’, ‘Gelukkig leidinggeven. Hoe stimuleer ik het werkgeluk in mijn team?’ en ‘Gelukkig werken. Hoe vergroot ik mijn eigen werkgeluk?’. Die topexperts moesten onder meer bereid zijn hun werk op een eerlijke en integere manier te presenteren, met aandacht voor valkuilen en beperkingen. ‘In dit handboek dus geen hallelujaverhalen van werkgelukidealisten,’ benadrukken de samenstellers in hun inleiding, ‘maar nuchtere verhalen van werkgelukrealisten die waar kan werken met methoden die zich hebben bewezen in wetenschappelijk onderzoek.’
Voor mij werkte die opzet echter niet, in ieder geval niet helemaal. Het vormt namelijk zowel de kracht als de zwakte van dit handboek en dat laatste zit ‘m met name in wat je als lezer meekrijgt over de meerwaarde van gerichte investering in werkgeluk. In de VUCA-samenleving van vandaag-de-dag komen tal van problemen op ons af met vervelende consequenties. Stress, verzuim en burn-out, ongewenste uitstroom van personeel en een gebrek aan creativiteit en innovatie. Ofwel: minder wendbare werknemers en een verslechterde concurrentiepositie voor organisaties. Werk maken van werkgeluk kan dan volgens de samenstellers het verschil maken. Daarom moet hun handboek met name antwoord geven op de vraag hoe mensen meer grip op hun werk kunnen krijgen, zodat zij zich daar wel bij voelen. Tot zo ver is nog alles duidelijk.
Dat geldt echter niet voor de vraag of werkgeluk een doel op zich is of slechts een middel. Die vraag wordt in het boek weliswaar niet gesteld en voor de meeste auteurs lijkt dat ook helemaal geen issue: werkgeluk is een doel in zichzelf. Twee van hen lijken dat echter anders te zien. In hun bijdrage ‘Het rendement van geluk. Het belang van levensgeluk voor werkprestaties’ staan Ad Bergsma en Ruut Veenhoven uitgebreid stil bij de vraag of het vergroten van werkplezier bijdraagt aan economisch succes en ze komen dan tot een aantal opzienbarende inzichten. Bijvoorbeeld dat het niet mogelijk blijkt iets zinnigs over het rendement van werkgeluk te zeggen, een hele berg aan wetenschappelijke studies ten spijt. Zij hebben daartoe ook zelf een poging gewaagd. Ze hebben rendement vertaald naar arbeidsproductiviteit en van daaruit gekeken naar zaken als de geleverde prestaties, de neiging de eigen organisatie te verlaten en het verzuim. Hun conclusie: ‘Werkgeluk levert [-] een bescheiden bijdrage aan productiviteit, terwijl levensgeluk er meer toe doet, met name de gevoelsmatige component daarvan; werknemers die zich over het algemeen prettig voelen doen het beter op hun werk.’ Oei!
Tot slot zou ik de samenstellers willen meegeven voor een eventuele tweede druk ook Leike van Oss en Jaap van ’t Hek om een bijdrage te vragen. Zij staan weliswaar niet bekend als topexperts op het gebied van werkgeluk, maar zij hebben wel degelijk iets over (gebrek aan) werkgeluk te melden. Alleen noemen zij het onmacht. Het gaat mij dan met name om hun kritische kanttekeningen bij wat zij een naïef veranderoptimisme noemen. ‘De focus ligt wat ons betreft te vaak op de positieve en ambitieuze wens om organisaties op een andere leest te schoeien, zonder goed te weten hoe je vanuit een oude leest een nieuwe bouwt. Daarin vertrouwen we te veel op het vermogen van individuen om dat voor het systeem te realiseren.’ (Van Oss & Van ’t Hek 2020) Dat naïef veranderoptimisme klinkt ook in de bijdragen aan het Handboek Werkgeluk door. Daarom zou out of the box denken best eens voor een verrassende meerwaarde kunnen zorgen.
Bert Peene is opleider en werkt daarnaast als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.
-
Gastrecensie door Carin Gabriels
Ik geef het toe; toen ik dit boek kreeg, was ik aanvankelijk sceptisch gezien de titel. Echter, het gaat in dit boek juist om de wetenschappelijke aanpak van onderzoek naar werkgeluk met alle daarbij behorende wetenschappelijke onderbouwingen en beperkingen.
Het is lastig over dit boek in zijn geheel een mening te geven binnen het aantal toegestane woorden. Er zitten hele interessante artikelen/hoofdstukken in, goed onderbouwd met korte, helder beschreven situaties. Daarnaast zijn er artikelen die in algemene managementboeken hadden kunnen staan. Daarom hier mijn ‘highlights’:
Vanuit wetenschappelijk onderzoek blijken er 8 factoren te zijn die grote invloed hebben op werkgeluk. Door de juiste vragen te stellen, die ook beschreven staan, krijg je als organisatie een scherp beeld van wat er leeft. (Eindelijk handvatten om die onderzoeken naar medewerkerstevredenheid, waarin vaak dezelfde containerbegrippen voor de organisatie (bijvoorbeeld communicatie) als aandachtspunt oppoppen, te vervangen.)
Het artikel over progressiegericht leidinggeven geeft psychologisch inzicht en praktische handvatten hoe je als leidinggevende met je teamleden kunt werken aan een werkklimaat gericht op welbevinden.
Jobcrafting maakt inzichtelijk hoe je zelf kunt sleutelen aan je werkgeluk. De gratis link ‘debaaningenieurs.nl/mooiwerkexcel’ is een handig hulpmiddel om alles in kaart te brengen: je taken, hoeveel tijd en energie het je kost en oplevert. Zo kun je voor jezelf je taken evalueren en ze, indien gewenst, bespreekbaar maken binnen de organisatie.
In ‘hefbomen om je brein beter te benutten’ staat een inkijkje hoe de geluksneurotransmitters werken en hoe jezelf invloed daarop kunt uitoefenen.
In de artikelen is men realistisch in het besef dat geluk door iedereen anders gedefinieerd wordt en dat, in de mate van ervaring van werkgeluk, persoonlijkheidsfactoren en de individuele persoonlijke situatie hierbij belangrijke rollen spelen.
Ik werd me er door het boek in ieder geval (wederom) van bewust, dat juist de momenten dat je je realiseert dat je betekenisvol werk hebt; dat je er echt toe doet, de meeste voldoening geven en daarmee een grote mate van werkgeluk!
Recensent: Carin Gabriels, Teamleider op het Pontes Pieter Zeeman; Zierikzee Rapportcijfer: Per artikel verschillend, over het algemeen genomen zeker de moeite waard. -
Gastrecensie door Kristin Renooij-Stroes
Werk aan de winkel tijdens en na het lezen van het “Handboek werkgeluk”! In drie delen wordt het geheim van werkgeluk ontrafeld. Je leert achtereenvolgens hoe je werkgeluk in je organisatie en vervolgens in je team kunt stimuleren en hoe je je eigen werkgeluk kunt vergroten. Maar liefst 23 auteurs hebben meegewerkt aan dit boek en belichten het thema vanuit hun eigen expertise. Naast de laatste neurologische inzichten in geluk, zijn er praktische tips en tools om werkgeluk inzichtelijk te maken en te vergroten bij jezelf en je collega’s.
En net als je aan de slag bent gegaan met de praktische tools en ideeën om werkgeluk in je organisatie op te pakken, word je in de laatste twee hoofdstukken weer heerlijk met beide benen op de grond gezet als blijkt dat werkgeluk niet helemaal niet zo maakbaar is als in eerste instantie lijkt en dat interventies op dit terrein vaak op lange termijn minimale verbeteringen laten zien. Het is dan ook de vraag of thema werkgeluk een lang leven is beschoren op de arbeidsvloer of net als ‘het nieuwe werken’ achteraf weggezet kan worden als hype. De tijd zal het leren.
Maar voor iedereen die aangezet wil worden om zijn of haar eigen werkgeluk onder de loep te nemen of om te leren hoe werkgeluk van collega’s vergroot kan worden, is dit een interessant en op gezette tijden ontnuchterend, boek om te lezen.
Recensent: Kristin Renooij-Stroes, Conrector op het Tabor College Werenfridus; Hoorn Rapportcijfer: 8,5 -
Gastrecensie door Lars van Zanten
"Leidinggevenden (...) kunnen het werkgeluk van mensen maken of breken." Wie wil dat nou niet? "Wie geluk ervaart in het werk is productiever, creatiever, innovatiever, cognitief flexibeler en verzuimt minder." Daarnaast "werken gelukkige medewerkers beter samen en worden zij beter beoordeeld."
Meer dan twintig topexperts hebben een bijdrage geleverd aan het Handboek Werkgeluk, verdeeld in drie delen over gelukkig organiseren, gelukkig leidinggeven en gelukkig werken. Volgens de auteurs is er genoeg te doen: "bijna de helft van werkend Nederland ervaart een gebrek aan autonomie", wat samen met competentie en verbinding de zelfdeterminatietheorie vormt die in verschillende hoofdstukken aan bod komt. Zo ook in het hoofdstuk over progressiegericht leidinggeven, wat mij betreft zeker een aanrader!Het derde deel, over gelukkig werken, biedt ook genoeg handvatten om met het eigen werkgeluk aan de slag te gaan. Luc Dorenbosch en Mark van Vuuren bespreken in het hoofdstuk over job crafting een casus over basisschooldocenten. Voor beide rollen interessant en toepasbaar: elke leidinggevende is tenslotte zelf ook werkende!
De schrijvers proberen elk op hun eigen wijze de theorie aan de praktijk te verbinden, met concrete voorbeelden die helaas soms te ver van het onderwijs af lijken te staan. Dat blijkt nogal een opgave voor 23 theorieën in 300 pagina's. In de inleiding geven de auteurs aan dat zij "leidinggevenden (...) inzichten, modellen en praktische tools geven waarmee zij direct aan de slag kunnen." Mijns inziens wordt dat doel helaas niet behaald: veel onderwerpen worden op zo'n manier besproken dat ze slechts ter introductie dienen. Gelukkig wordt aan het einde van elk hoofdstuk verwezen naar literatuur voor verdere bestudering. En uiteraard verwijst elke auteur naar zijn of haar eigen bedrijf of praktijk voor verdere begeleiding op dit vlak. Om de redactie nog maar eens te citeren: "goed werk geeft grip op werk, leven én geld" ;-)
Recensent: Lars van Zanten, Teamleider op het Da Vinci College Kagerstraat; Leiden Rapportcijfer: 7