Recensie door Annette van Oosten (conrector Stanislascollege Westplantsoen Delft)

“Het draait niet om mij, maar het begint wel bij mij” was een van de uitdrukkingen die mij uit het eerste boek ‘Echte leiders dienen’ zijn bijgebleven en mij een stap vooruithielpen. Natuurlijk is er meer. In haar eerste boek geeft Nuijten een wetenschappelijke onderbouwing voor de acht eigenschappen van een dienend leider. Dit tweede boek, dat je overigens ook prima los kunt lezen van het eerste, is daadwerkelijk zoals de ondertitel aangeeft ‘de ultieme gids voor het creëren van energie en eigenaarschap’ en een ‘schatkist voor verschilmakers’. 

Het is praktisch, duidelijk en verrijkend. Door middel van duidelijke uitleg en voorbeelden en vooral door pakkende termen verdiept zij dienend-leiderschap. Nuijten weet iets in mij wakker te schudden. Dus ben ik nu graag OEN, heb ik AVI, word ik Koning Aandacht en heb ik de moed voor ‘tough love’ en denk ik bij iedere weerstand ‘hoe fascinerend’. En bovenal realiseer ik me ‘Het gebeurt voor me en niet tegen me’. 

 


 

Praktijkgids voor dienend-leiderschap

Door Bert Peene

Dienend-leiderschap is de oervorm van leiderschap, die zorgt voor optimale resultaten door de behoeften van degenen die geleid worden, altijd op één te zetten. Dat is de belangrijkste boodschap die Inge Nuijten voor haar lezers heeft. In ‘Echte leiders dienen. Voor leiders die het verschil maken’, dat in 2012 verscheen, en nu opnieuw in wat als een voortzetting van die bestseller gezien kan worden: ‘Dienend-leiderschap. Ultieme gids voor het creëren van energie en eigenaarschap’.

Empathische vormen van leiderschap zijn populair in een cultuur waarin het Rijnlandse denken dominant is. Wie googlet op woorden als ‘empathisch leiderschap’, ‘moreel leiderschap’, ‘ethisch leiderschap’ en natuurlijk ‘transformationeel leiderschap’, stuit geheid op een waslijst aan mogelijkheden voor nadere kennismaking. Boeken, artikelen, seminars, masterclasses; je kunt het zo gek niet bedenken. In dat rijtje hoort eigenlijk ook ‘dienend-leiderschap’ thuis. Het begrip zelf is weliswaar bekend, maar merkwaardig genoeg is er in Nederland nog maar weinig over gepubliceerd.  Voor zo ver ik weet was Nuijten een van de eersten.

Even een klein stukje historie. Het paradigma dienend-leiderschap – servant-leadership – is ontwikkeld door de Amerikaan Robert Greenleaf. We schrijven dan eind jaren ’60. Hij constateerde dat Amerika in een leiderschapscrisis verkeerde en zocht de oorzaak daarvan bij het bedrijfsleven. Leiders bleken niet in staat hun mensen te dienen, waardoor zij ze ook niet konden leiden. De novelle ‘Reis naar het Morgenland’ van de Duitse auteur Herman Hesse bracht hem tot het inzicht dat een grote leider in de eerste plaats een dienaar is. Dit inzicht inspireerde hem tot het schrijven van een boek dat nog steeds als gezaghebbend op dit gebied geldt: ‘De dienaar als leider’ (1970).

Het boek inspireerde op zijn beurt Inge Nuijten tot een serieus promotieonderzoek en een proefschrift dat uiteindelijk in boekvorm de titel ‘Echte leiders dienen’ kreeg. En nu is er dan een vervolg, als we het zo noemen mogen: minder wetenschappelijk, vooral praktisch van aard. Centraal staat de vraag hoe je dienend-leiderschap kunt vormgeven.

Daarbij zijn de acht kenmerken van dienend-leiderschap die Nuijten tijdens haar promotieonderzoek ontdekte, leidend: authenticiteit, bescheidenheid, rentmeesterschap, verantwoordelijkheid, empowerment, vergeving, waardering en moed. Minstens zo belangrijk zijn de twee basisprincipes van dienend-leiderschap: de kwaliteit van je aandacht en je intentie. Samen vormen zij de back bone van wat Nuijten zelf een ‘ultrapraktisch boek’ noemt.

Wat betekent dat precies? Niet alleen wat iedere lezer zich daarbij waarschijnlijk  voorstelt, namelijk veel praktijkvoorbeelden en oefeningen. Daaraan is geen gebrek. Maar ook de schrijfstijl die Nuijten hanteert, kan als tool worden beschouwd. Ze neemt haar lezers letterlijk bij de hand, legt uit wat de verschillende kenmerken in de praktijk betekenen maar ook waar het fout kan gaan; waar zij zelf in de fout ging ook. Daarbij blijft haar tone of voice altijd opgewekt en positief: je kunt het! Het is mij immers ook gelukt! 

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze stijl aan mij niet besteed is. Nuijtens relaas krijgt daardoor bijna iets evangeliserends. Daaraan draagt ook haar woordgebruik bij. Ze spreekt haar lezers aan als ‘verschilmakers’ en in plaats van een voorwoord heeft haar boek een ‘verwachtingswoord’. Nuijten verwacht namelijk dat haar lezers veel aan het boek zullen hebben. Dat hoeft van mij allemaal niet. Maar goed, smaken verschillen.

Rest nog de vraag hoe robuust de adviezen zijn die zij geeft. Anders gezegd: blijven die overeind wanneer je ze toetst aan de inzichten over gedragsverandering die de veranderkundige literatuur te bieden heeft? Je zou het door het opwekkingskarakter van haar schrijfstijl misschien niet direct zeggen, maar dat is wel degelijk het geval. Nuijten geeft dezelfde adviezen als bijvoorbeeld Ben Tiggelaar in zijn boek ‘De Ladder’ en Thijs Leenman in ‘Verandergedrag’. Zij onderbouwen hun tips & trics echter wel nadrukkelijk met wetenschappelijk bewezen of tenminste evidence-based inzichten en dat doet ze een stuk geloofwaardiger overkomen. Je zou dus kunnen zeggen dat Nuijten zichzelf tekort heeft gedaan door het wetenschappelijk karakter van haar vorige boek deze keer compleet te negeren. Want wat zij haar lezers wil meegeven, snijdt wel degelijk hout. 
 

Bert Peene is freelance docent en werkt als journalist voor Managementboek Magazine en het VO Magazine.