In december werd door VVD, D66, CDA en CU het coalitieakkoord 2021-2025 gepresenteerd. In de eerste reactie heeft de VO-raad aangegeven tevreden te zijn over de structurele investeringen die worden aangekondigd en de ambities op het gebied van kansengelijkheid. De plannen voor het onderwijs betreffen nog hoofdlijnen en moeten in een beleidsprogramma verder worden uitgewerkt. Het regeerakkoord bevat een aantal positieve aanknopingspunten dat gekoppeld kan worden aan het thema waarvoor de VO-academie zich inzet: de professionalisering van schoolleiders en bestuurders.
 

Positie en professionalisering schoolleiders  

Wat als eerste opvalt in het coalitieakkoord is dat schoolleiders nadrukkelijk worden genoemd. Het nieuwe kabinet is van plan om te investeren in leraren en schoolleiders, waarbij scholing prioriteit heeft en professionele ontwikkeling wordt bevorderd. Ook willen de vier coalitiepartijen de positie en kwaliteit van schoolleiders versterken, waardoor op elke school een lerende cultuur ontstaat, met het doel de kwaliteit van onderwijs voor iedere leerling te verhogen. Deze plannen sluiten goed aan bij de ambities van de VO-raad: om de kwaliteit van schoolleiders te verbeteren is landelijk een blijvende investering in het vak van schoolleider van belang. De professionalisering van bestuurders ontbreekt in het coalitieakkoord. De VO-raad vindt het belangrijk hier aandacht voor te hebben en te houden.
 

Sectorbrede professionaliseringsbeurs  

In de Schoolleidersagenda (2017) heeft de VO-raad besturen opgeroepen om blijvend te investeren in de structurele professionele ontwikkeling van schoolleiders en goede randvoorwaarden te creëren voor een gerichte ontwikkeling van specifiek team- en afdelingsleiders. Eerder is er bij politiek en overheid op aangedrongen dat een nieuw kabinet stevig en structureel investeert in de versterking van de positie, kwaliteit en professionalisering van schoolleiders. Concreet denken we daarbij onder meer aan de invoering van een sectorbrede professionaliseringsbeurs, waarvan ook schoolleiders gebruik zouden moeten kunnen maken. De verwachting is dat een dergelijke beurs kan leiden tot een groeiend zelfbewustzijn onder schoolleiders en een verdere professionalisering van schoolleiders, zodat de sector de verwachtingen van hoogwaardig en toekomstgericht onderwijs kan waarmaken.
 

Begeleiding van startende schoolleiders   

Schoolleiders die recent zijn begonnen in hun functie verdienen specifieke aandacht, in het bijzonder de team- en afdelingsleiders. De inwerkfase betreft enerzijds de opleiding tot schoolleider en kennismaking met het beroep, anderzijds gaat het om een groei in de functie en om de professionele ontwikkeling tijdens de verdere loopbaan. Onderzoek laat zien dat de helft van de startende schoolleiders geen of een beperkt inwerk- of begeleidingsprogramma doorloopt bij de start en zich daardoor niet voldoende toegerust en voorbereid voelt op het uitvoeren van de taken als schoolleider. Daar komt bij dat de kwaliteit en intensiteit van deze programma’s tussen scholen sterk uiteenlopen. Ook de inwerkfase vraagt dus specifieke aandacht als het gaat om de verdere professionalisering van het beroep. Bij de uitwerking van het regeerakkoord verdient de begeleiding van startende leraren in dat licht ook aandacht, naast de invoering van een beurs voor professionele ontwikkeling die ook door schoolleiders kan worden aangewend.