“Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij professionals - volgens een heldere leidraad - casussen voorleggen aan collega’s of vakgenoten om inzicht te krijgen in het vraagstuk en hun eigen rol.” Aldus Monique Bellersen, een ervaren intervisiebegeleider. Zij brengt bestuurders uit verschillende sectoren bij elkaar - o.a. in het intersectorale intervisietraject voor zorg- en onderwijsbestuurders. Willem de Vos is rector-bestuurder van het Christelijk Lyceum Veenendaal en heeft zich opgegeven voor dit traject. Waarom is het belangrijk voor bestuurders om collega’s uit andere sectoren als de zorg te ontmoeten? Wat kunnen ze van elkaar leren?
De Vos: “Sinds zes jaar ben ik rector-bestuurder van deze school, met heel veel plezier. Ik heb daarvoor meerdere leidinggevende rollen gehad in het onderwijs, maar ben ook een jaar of vijftien buiten de sector werkzaam geweest. Dat heb ik als erg heilzaam ervaren. Je ziet dan dat onderwijs een geconstrueerde werkelijkheid is. Heel veel leidinggevenden zijn docent geweest en zijn opgeklommen via een teamleiderschap naar een functie als directeur of bestuurder. Je hebt van alles gezien en meegemaakt. Is dat genoeg? Ik denk van niet, omdat er zoveel relevante kennis en ervaring buiten het onderwijs is.”
Door intersectoraal te leren kun je als bestuurder werken aan een verbreed referentiekader. Nieuwe inzichten en ideeën kunnen een bijdrage leveren aan je professionele ontwikkeling en bestuurskracht. Klik hier voor meer informatie.
Bellersen: “Het klinkt als een open deur, maar vaak weet je niet dat je iets niet weet. Willem zegt het treffend, je zit in een werkelijkheid waar je heel veel ervaring hebt opgedaan. In andere sectoren, zoals zorg of woningcorporaties, zijn er bestuurders die dezelfde uitdagingen en taken hebben, maar kijken met andere invalshoeken. Voor mij is dat een deel van de kracht van intervisie. Het is een prettige manier om dieper na te denken over je werk. Doordat je collega’s je vragen stellen over jouw uitdaging word je uitgedaagd om dieper na te denken en meer beschouwend zijn over het proces en jouw rol daarin, zonder dat het onveilig wordt. Uiteindelijk zit je in een groep met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben als bestuurder als jij.”
De Vos: “Uitdagingen zoals NPO hebben we allemaal, net zoals het zorgen dat leerlingen weer volledig gemotiveerd aan de slag gaan. Daarnaast wil ik veel meer verantwoordelijkheid neerleggen bij docenten. Ik denk dat er veel bestuurders zijn die dat voor ogen hebben. Binnen ons samenwerkingsverband zitten we met acht eenpitters, drie of vier keer per jaar komen we als bestuurders bij elkaar met een professionele begeleider. Wat Monique zegt klopt; het gaat er niet om dat iemand anders jouw probleem oplost, maar dat je collega’s vragen stellen waarmee jij verder komt.”
De grenzen van je denken oprekken
Bellersen: “Intervisie is heel concreet, een gesprek waarin een casus die een bestuurder inbrengt, centraal staat. Elke bestuurder herkent de vraagstukken die andere bestuurders hebben. Wat ik merk is dat het lastig is om in combinatie met de casus een intervisievraag te stellen. Waar wil je dat je collega’s je mee helpen? Wat wil je tijdens intervisie onderzoeken?
De Vos: “Met een intersectorale groep krijg je er een dimensie bij. Het is zo verrijkend en boeiend. Ik heb een Comenius-leergang leiderschap gevolgd, met bestuurders van bijvoorbeeld verzekeraars, banken, woningcoöperaties en zorg. Dat rekt de grenzen van je denken op. Een bestuurder van een verzekeraar zal wellicht in de kern dezelfde taken hebben, hij kijkt wel op een andere manier naar processen en uitdagingen. Dat is de meerwaarde.”
Bellersen: “Neem bijvoorbeeld je relatie met de raad van toezicht, een fusie of samenwerking met andere organisaties. Het gaat erom dat je door de vragen van anderen bewust wordt hoe je het tot nu toe hebt aangepakt. Kan het anders? Wat zijn je normen en opvattingen die jouw gedrag en aanpak bepalen? Intervisie kun je doen binnen je sector, dat levert al veel op. Door met bestuurders uit bijvoorbeeld de zorg intervisie te doen, worden je grenzen in het denken op een andere manier verkend.”
Luisteren en open vragen stellen
Bellersen: “Intervisie helpt ook op een andere manier. In zo’n groep zie ik vaak dat het lastig is om helpende vragen te stellen en niet vanuit je eigen aannames te reageren. Niet zeggen: ‘weet je wat jij moet doen?’. Je moet vooral luisteren. En open vragen stellen. Dat is leerzaam, want het variëren in vragen - en bewust mee omgaan - kun je als bestuurder goed in je dagelijkse praktijk gebruiken.”
De Vos: “In mijn school zitten veel docenten die leerling zijn geweest op het CLV. Dat hoeft zeker niet verkeerd te zijn. Alleen hebben ze vaak minder het besef hoe het er buiten de school aan toe gaat, laat staan buiten het onderwijs. Ik ben erg blij met de docenten die van buiten komen, bijvoorbeeld uit onderzoek of de commerciële wereld. Die brengen een andere bril mee. Vanuit die gedachte ga ik meedoen aan dit intersectorale traject.”
Bellersen: “Ik begeleid al een heel aantal jaren intersectorale intervisiegroepen. Ik zou willen dat onderwijsbestuurders meer mee doen. Diegenen die meedoen zijn enthousiast. Ze vinden het waardevol, vanwege de andere blik en de vragen die de andere deelnemers stellen. Het zijn allemaal bestuurders, met vergelijkbare taken. Het feit dat je uit een andere sector komt is geen belemmering, maar een enorme kans om elkaar te helpen en jezelf te ontwikkelen.”