“Als je al zolang in het onderwijs zit, is het heel leuk dat je buiten de onderwijssector bij drie heel andere branches en werkomgevingen kunt kijken. Ik was daar erg benieuwd naar. Het heeft mij wel wat opgeleverd: een frisse blik hoe het daar aan toe gaat. Heel leerzaam en het brengt je op andere ideeën.” Aan het woord is Yolande de Beer, bestuurder van PCPO Barendrecht en Ridderkerk over haar deelname aan het intersectoraal besturenprogramma.
“Wat bijvoorbeeld zo inspirerend was bij BOL, was dat er veel jonge mensen werken. Vanwege het grote lerarentekort in onze sector was ik geïntrigeerd hoe je nu jonge mensen voor jouw organisatie geïnteresseerd krijgt en hoe je ze binnen houdt als ze bij je werken. Hoewel het salaris, ook van startende leraren, helemaal niet verkeerd is, blijkt dat jonge mensen niet alleen geïnteresseerd zijn in wat ze verdienen. Zo zag ik bij BOL allerlei speelse activiteiten, zoals Legoblokjes en tafelvoetbaltafels, omdat BOL aangeeft dat jonge mensen binnen hun werk met name het sociale aspect heel belangrijk vinden. ”Ze doen ook veel met elkaar!”, glimlacht Yolande als ze dit nog voor zich ziet.
Andere manier van denken
“Duidelijk is dat ze daar de behoefte om te ontwikkelen goed invullen en de organisatie erop inrichten: mensen blijven zich bij BOL uitgedaagd voelen.” Hoe je dit zou kunnen vertalen naar haar eigen omgeving is iets wat Yolande bezighoudt. “Het is een andere manier van denken en anders dan wat wij in het onderwijs doen. Dat vind ik boeiend. Bij McKinsey was het meer onderwijsinhoudelijk en zeker ook interessant, omdat ze daar met ons het onderwijsrapport bespraken over de leerprestaties en de investeringen hiervoor in Nederland ten opzichte van de rest van der wereld.”
“Ook hier waren weer veel jonge mensen en hebben ze aandacht voor de mens. Leidinggevenden die tweewekelijks praten met hun medewerkers over hoe het gaat en waar je mee bezig bent en welke doelen je wilt bereiken. Kijkend naar het bezoek aan het UMC in Utrecht vindt ze dat iets meer vergelijkbaar is met het onderwijs. “Omdat het ook een non-profitsector is. Ze beginnen daar wel altijd met ‘weekstarts’ op alle niveaus. Dat doen wij niet!”
Weinig
Al deze inzichten vindt ze heel verhelderend, omdat ze die in het onderwijs nog niet kende. “Ja, daar kunnen wij nog van leren”, zegt ze na wat nadenken, maar wel heel stellig. Alleen hoe ze het moet ‘vertalen’ en toepassen in het onderwijs weet Yolande nog niet. “Binnen onderwijs is alles ‘organisch’ en ‘van oudsher’ georganiseerd. Ik vind dat we nog onvoldoende nadenken wat een goede, effectieve manier zou zijn om de dingen in het onderwijs goed te organiseren en voor elkaar te krijgen. We hebben denk ik nog steeds te weinig aandacht voor de mensen die in het onderwijs werken als ik het vergelijk met deze bedrijven. Een of twee keer per jaar een gesprek houden met een individuele medewerker is wel wat weinig!”
“We zien al wel steeds meer het werken in eerteams opkomen. Dat doet veel goed. Samen in gesprek gaan, samen ontwikkelen, dan krijg je ook de andere gesprekken. Daar zit enorme winst, echter gaat dit wel nog langzaam.” Dat dit Yolande puzzelt zie je aan haar gezicht als ze de weekstarts van het UMC aanhaalt om in haar scholen mogelijk toe te passen. “Het is niet helemaal vergelijkbaar, daar hebben ze één organisatie, terwijl bij mij verschillende scholen zijn met verschillende contexten en kilometers uit elkaar! Daarom moet je goed nadenken waar je elkaar vindt in de verbinding. Uiteindelijk zijn de manier van organiseren en het hebben van aandacht voor de mens mij van het besturenprogramma het meest bijgebleven.”
Out of the box
Yolande heeft veel van de bezoeken aan deze instellingen opgestoken en inmiddels is ze in haar eigen schoolorganisatie met directeuren en werkgroepen aan de slag met wat ze zouden kunnen toepassen gelet op het lerarentekort. “In de onderwijsregio waar ik bij aangesloten ben bespreken we dit met de andere besturen ook. Want er komt een nieuwe generatie aan waarvoor het krijgen van individuele aandacht en ontwikkeling een nog grotere rol speelt en daar moeten we in het onderwijs rekening mee houden. Daarom zou ik elke bestuurder aanraden dit intersectoraal programma te volgen. Omdat je ‘buiten de deur’ kijkt ga je ‘out of the box’ denken en kun je op andere gedachten komen hoe je dingen anders zou kunnen doen in het onderwijs.”