Waar zijn jullie op dit moment tevreden over? 

“Ouders en leerlingen vinden dat we het online lesgeven goed hebben opgepakt. Het is heel gestructureerd – alles via Teams, volgens het bestaande lesrooster, met Magister als elo en als plek om huiswerk en opdrachten in te zetten. Die structuur vinden ze oké.”
 

Hoe gaan jullie het onderwijs na 2 juni organiseren?

“Halve groepen leerlingen volgen online onderwijs, de andere helft van de groep komt op school: de ene week maandag, woensdag en vrijdag, de andere week dinsdag en donderdag. Leerlingen blijven in het lokaal, docenten wisselen en de grootste klassen krijgen de grotere lokalen. We werken met een gecomprimeerd lesrooster om te voorkomen dat het lokaal als een gevangenis gaat aanvoelen.”
 

Voor welke vragen zoeken jullie nog oplossingen?

“Persoonlijk denk ik dat de lesduur omlaag moet. Een reeks lesuren van vijftig minuten met pauzes in het lokaal is veel, zeker als de buitentemperatuur stijgt.”
 

Welke les neem jij persoonlijk mee uit de periode die achter ons ligt?

“Veel leerlingen zijn prima in staat hun eigen werk te organiseren. Natuurlijk hebben ze contact met docenten nodig, maar geen vijf dagen per week; drie is voor de meesten ook genoeg, of zelfs twee. Er zijn leerlingen die nu beter presteren omdat ze niet voortdurend worden afgeleid. Online onderwijs kan een oplossing zijn voor motivatieproblemen.
 

Wat is jouw rol in de opmaat naar 2 juni?

“Ik denk kritisch mee. In mijn afdeling zitten voorexamenklassen en examenklassen, zij komen na 2 juni niet naar school terug voor lessen.”
 

Welk inzicht zou je aan andere schoolleiders willen meegeven?

“Kijk straks eerst eens wat leerlingen de afgelopen weken geleerd en ontwikkeld hebben. Ik geloof niet dat ze massaal achterstanden hebben opgelopen. Misschien hebben ze een stukje leerstof niet gehad of begrepen. Oké, dat kun je repareren. Maar ze hebben ook heel veel wél geleerd. Ga daarnaar op zoek.“